Zwarte wouw
(Milvus migrans) is 48 tot 65 cm en de spanwijdte van de vleugels bedraagt 135 tot 155 cm. De zwarte wouw is een roofvogel met een donker verenkleed, lange vleugels en een zwak gevorkte staart. De zwarte wouw is voornamelijk een aaseter, maar jaagt ook wel op kleine prooidieren als grote insecten, vissen, en kleine reptielen, vogels en zoogdieren.
Hun nest wordt meestal in een boom aan de rand van een bos gebouwd, maar ook in alleenstaande bomen, op rotsrichels en in hoogspanningsmasten. Broedt vanaf midden april. Eén legsel, meestal twee tot drie eieren, en broedt april-juni, en broedt 26 tot 38 dagen.