Zwarte stern
Chlidonias niger. Een volwassen exemplaar is 20 tot 25 centimeter groot, met een vleugelspanwijdte van 59 cm. Hij is ongeveer even lang als de dwergstern, maar oogt groter, omdat de dwergstern veel kortere vleugels heeft (spanwijdte 44 cm). Het lichaamsgewicht is 60 tot 75 gram. Beide geslachten hebben een gelijk verenkleed. In het voorjaar en de vroege zomer hebben zwarte sterns een roetzwarte kop en een geleidelijk naar grijs aflopend verenkleed op de borst.
Een klein gedeelte van de zwarte sterns kiest voor West- of Noordoost-Nederland als broedgebied. Ze verschijnen rond 1 mei, nestelen jaarlijks op dezelfde plekken en gaan tegen half augustus alweer terug naar Afrika. De vogel heeft een voorkeur voor moerasachtige gebieden met ondiep water. Dichte vegetaties van de drijvende waterplanten zoals de krabbenscheer dienen als nestelgelegenheid. De nesten bestaan grotendeels uit afgestorven vegetatie en staan soms gedeeltelijk onder water.